Ronceval Frankrijk, 1999
"Het voelde alsof klei voor mij gemaakt was, of alsof ik voor klei gemaakt was."
Ronceval (Lyon, 1999) begon pas tijdens de pandemie met boetseren en toch is het werk van deze getalenteerde jonge beeldhouwer al te zien in Lille, Megève, L’isle-sur-la-Sorgue, L’ile de Ré, La Baule, St Etienne en nu ook in Tilburg. Als kind was hij zo vaak als hij kon buiten, in de kleine achtertuin of op ontdekkingstocht in het nabijgelegen bos.
Dat hij op jonge leeftijd al veel in contact kwam met dieren, ziet hij als een groot geluk: zij inspireren zijn werk op een manier die naar voren komt uit een uitspraak van de Franse bioloog en filosoof Baptiste Morizot: ‘Dieren verdienen niet alleen kinderlijke of morele aandacht: ze zijn medebewoners van de aarde waarmee we een levenslot delen, het raadsel van het leven, en de verantwoordelijkheid om fatsoenlijk samen te leven.’
Toen Ronceval tiener was, werd zijn moeder kunstenaar. Zo raakte hij vertrouwd met de sfeer van het atelier en de totstandkoming van kunstwerken. Maar zelf maakte hij niks. Tot hij tijdens de lockdown in het atelier van zijn moeder een pak klei openmaakte en begon te boetseren. Dit voelde zo natuurlijk, dat het was alsof de klei voor hem gemaakt was - of hij voor de klei.
Sinds die tijd maakt hij naast zijn studie beeldhouwwerken. En dat is niet onopgemerkt gebleven: eerst namen galerieën in Frankrijk een voor een contact met hem op, inmiddels groeit zijn bekendheid ook buiten de grenzen van zijn moederland.